In december 2022 stemde Brussel in met een herziening van het EU emissiehandelssysteem (ETS). Helaas zitten er nog veel zwakke elementen in het definitieve akkoord. Zo zullen overheden nog steeds subsidie mogen geven aan de industrie voor de hogere energieprijs, in de vorm van ‘indirect cost compensation'. Dit komt neer op een subsidie voor fossiel, bedoeld voor grote vervuilende bedrijven om vermeende ‘carbon leakage’ te voorkomen. Dit is de angst dat bedrijven naar het buitenland vertrekken vanwege hogere energieprijzen door het ETS. Deze fossiele subsidie komt nog eens bovenop de gratis emissierechten die de industrie al ontvangt. *
Onderzoek toont aan dat het helemaal niet klopt dat bedrijven naar het buitenland verhuizen als ze deze subsidie en de gratis rechten niet zouden krijgen. De ‘indirect cost compensation’ is daarom oneerlijk en overbodig. Daarnaast kunnen burgers geen aanspraak maken op deze tegemoetkoming, wij moeten de hogere energieprijzen gewoon betalen. Om het nog gekker te maken wordt deze subsidie betaald vanuit een potje dat anders ingezet zou moeten worden voor klimaatbeleid. Dit geld is bedoeld om onze samenleving te vergroenen, niet voor het subsidiëren van het energiegebruik van de grote vervuilers.
Hoe is dit mogelijk in tijden van een klimaatcrisis en een energiecrisis? Hoe krijgen we bedrijven ooit zo ver om te vergroenen, als de overheid hun energierekening blijft betalen?
Hoewel de subsidieregeling overeind is gebleven, kan Nederland er, net als andere Europese landen, voor kiezen om de subsidie niet uit te keren. Ons kabinet kan ervoor kiezen dit geld te gebruiken voor échte klimaatactie, in plaats van het spekken van de kassen van grote vervuilers. Voor de komende vijf jaar is er vanuit Brussel groen licht gegeven voor 835 miljoen voor deze subsidie, maar klimaatminister Rob Jetten heeft nog geen definitieve keuze gemaakt om dit ook echt uit te geven. Nu is dus een cruciaal moment om onze stem te laten horen: we zijn klaar met het uitdelen van fossiele subsidies!